Kaasboerderij Weenink in Lievelde: Koeien, Kunst en Kaas
3 K is het thema van Kaasboerderij Weenink in Lievelde: Koeien, Kaas en Kunst. Het is er alle drie te vinden, maar al snel merk je bij een bezoek dat er nog veel méér te vinden is. Maar de kern van het bedrijf vormen de koeien en de kaas. Sinds 1740 wordt er hier al door Weeninks geboerd, aan de Eimersweg, pal naast museumboerderij Erve Kots. Het bedrijf wordt gerund door Peter en Lidy Weenink en hun zonen Johannes en Michiel. Ze hebben daarnaast twintig mensen in dienst, voornamelijk parttime, omgerekend 12 fte .
De melk van zo’n 120 melkkoeien wordt bijna allemaal zelf verwerkt. Grotendeels tot boerenkaas en dús met rauwe melk. De benaming ’boerenkaas’ mag alleen gebruikt worden als de melk voor de kaas niet wordt gepasteuriseerd, zoals in de zuivelfabriek. Daardoor blijven de fijne en specifieke aroma’s van de melk behouden en krijgt de kaas een karakteristieke eigen smaak. Anders dan de fabriekskazen waarbij de melk wordt verhit en een kaas ontstaat die jaarrond hetzelfde smaakt. Echte ambachtelijke kaas kun je dus herkennen aan de benaming ‘boerenkaas’. Alleen het woord ‘ambachtelijk’ op het etiket zegt in principe niks, omdat dat woord niet beschermd is.
Drie hoofdtypen kaas worden er op de zuivelboerderij Weenink gemaakt: de goudse kaas, met behalve in varianten van jong tot oud, ook met smaken als pesto, daslook, peper en knoflook. Dan de Maasdammer: een kaas met grote gaten (en een milde, wat nootachtige smaak), als gevolg van toevoeging van extra bacteriën bij 22 graden Celsius, gedurende drie weken. En de jongste variant, de Bunkerkaas met gewassen korst, die zijn naam ontleent aan rijping in de bunkers van het voormalige vliegveld Twente. Ze worden door Peter Jansen van kaasmakerij Salland gerijpt. Naast de kaas wordt de melk ook verwerkt in karnemelk, yoghurt, hangop en kwark.
De kazen worden onder andere verkocht in de eigen Landwinkel, met oude kaasplanken als schappen. Behalve de eigen kazen zijn daar ook een groot aantal producten van andere boeren te koop: uit streek, maar ook de rest van het land. Op hun beurt verkoopt familie Weenink haar kaas aan andere Landwinkels: een coöperatie van ongeveer 90 boerderijwinkels. Verder gaat er kaas naar horeca in de buurt en een klein beetje voor de export naar Denemarken en Zweden. Vanuit de landwinkel worden er ook veel pakketten gemaakt, vooral voor bedrijven. Met eigen kaas en andere producten, bijvoorbeeld voor het Achterhoekpakket.
Toen duidelijk werd dat zoon Johannes in het bedrijf ging werken hebben de Weeninks er voor gekozen om de melkveestapel en de kaasmakerij te verdubbelen en de arbeid gelijk te houden. ‘Dat kan doordat we volop zijn gaan automatiseren met melkrobot, mestrobot en automatisch voorraadvoedersysteem. De stal is geschikt voor 120 koeien, maar kan door verdere automatisering eenvoudig nog uitbreiden naar 160 koeien. Voor de modernisering en automatisering moest er flink worden geïnvesteerd, maar het levert uiteindelijk ook wat op. ‘Dankzij kaasmaken hebben we niet de top en niet het dal in de prijzen van de melk’. Meer stabiliteit dus. ‘Het is allemaal langetermijnwerk.’
Ook al is de melkproductie flink geautomatiseerd, de weidegang van de koeien blijft: ‘Dat vinden we erg belangrijk. Voor zowel de koeien als de kaas’. Vanaf half april tot en met oktober of november gaan de koeien naar buiten.
Met de stallen, melkrobot, kaasmakerij en de Landwinkel, heb je nog niet alles gezien bij de familie Weenink: er zijn ook horecazalen, een restaurant met professionele keuken waar de K van Kunst is terug te vinden: de hele keuken is betegeld in fleurige patronen in de Hundertwasserstijl. ‘Dat heb ik in zes weken samen met de buurman gedaan’, verteld Peter Weenink. ‘Als hobby: kunst in de keuken noemen we dat.’ Kookworkshops werden er hier ook gegeven, maar daar zit nu de klad in. ‘De markt is daarmee overspoeld’. De excursies, workshops kaasmaken lopen nog steeds goed.
Ook nog steeds populair, vooral bij recreanten, is nog Boerengolf. ‘Ik ben daarvan de uitvinder. Iedereen in Nederland die een boerengolfbaan wil beginnen, moet daarvoor eerst toestemming aan mij vragen.’ En niet alleen in Nederland: Peter Weeninks bedrijf Farmers Golf International promoot en verkoopt het spel boerengolf/farmersgolf en is inmiddels actief in veertien landen met ongeveer tweehonderd boerengolfbanen. Boerengolf is dus een succesvol Achterhoeks exportproduct geworden.
Behalve boerengolf kunnen er ook allerlei andere spelletjes worden gedaan, zoals boerenbiljart. Maar ook getrouwd: de boerderij is officieel trouwlocatie, waarna er in het restaurant gegeten kan worden.
Sinds vijftien jaar is de boerderij Weenink op Tweede Pinksterdag de plek voor de Achterhoekse streekproducentenmarkt met 100 standhouders en zo’n 6000 bezoekers, georganiseerd in samenwerking met de Vereniging van Streekproducenten Achterhoek.
De Weeninks blijven telkens op zoek naar nieuwe dingen. ‘Je moet doen wat je leuk vindt. Sommige boeren zijn vooral goed in het fokken van koeien of met machines. Wij hebben gekozen voor verbreding. Dat moet je goed blijven doen. We willen ook graag met mensen werken, dat vinden we leuk en zo scheppen we arbeidsplaatsen. Er moet wel een verhaal achter zitten.’
Een van de dingen waar Weenink voor de toekomst misschien mee aan de slag wil, is het vermarkten van uitgemolken koeien. ‘Als je het goed bereidt, kun je melkkoeien ook goed eten. Het komt weer in de mode. De kunst is om alles goed te verkopen en er rendement mee te maken.’