Ook voor jonge boeren die zich geen dure stallen kunnen veroorloven, valt er een boterham te verdienen met varkens. Diervriendelijk gehouden bovendien! Sander Kerkhoffs uit de buurtschap Warm bij Etten vertelt over zijn ervaringen.
Tussen Etten en Doetinchem in een wat verkaveld landschap, zie je ineens de koepelvormige schuilhutjes in de wei, met groepjes Bonte Bentheimervarkens in de modder. Een ongebruikelijk gezicht, bij een verder ‘gewoon’ ogende boerderij. Binnen aan de keukentafel vertelt Sander Kerkhoffs over zijn jonge bedrijf. In Limburg opgegroeid met een Limburgse vader en Achterhoekse moeder, wilde hij graag in de landbouw werken: hij studeerde aan de Hogere Agrarische School en in Wageningen, ging werken op de boerderij van zijn ooms en tantes in Braamt, ging les geven in het vak Veehouderij en was actief bij het NAJK, de club van jonge agrariërs.
‘Het liefst wilde ik fulltime boeren, maar dat ging niet op de boerderij van mijn familie.’ Bovendien was hij op zoek naar een ander manier van varkens houden: meer ruimte voor de beesten bijvoorbeeld. Met als grote voordeel ook dat je geen dure stal hoeft te bouwen: ‘Qua investeren is dat makkelijker.’
Toen kwam hij de worstenmakers van Brandt & Levie uit Amsterdam tegen: drie jonge mannen, actief in de Youth Food Movement (de jongerenafdeling van Slow Food). ‘Wil je geen varkens voor ons houden die een goed leven hebben gehad?’, vroegen ze Sander. Ja, dat wilde hij graag.
Hij huurde zo’n twee hectare grond van zijn familie in Braamt en in kocht in mei 2012 wat gelten en een beer: Bonte Bentheimers, die had hij al voor de hobby. Sinds juli 2015 jaar zit hij hier op deze nieuwe plek bij Etten waar hij een varkensbedrijf in ruste heeft gekocht met 6 hectare grond: met 25 zeugen, 300 biggen en een beer. Binnen in de stal waren nog de oude hokken, die nu door Sander als kraamhok gebruikt worden. Als de biggen twee weken oud zijn, gaan ze met moederzeug naar buiten. Daar hebben ze de ruimte om rond te lopen, te wroeten en te schuilen in de schuilhutjes met stro. Als ze acht maanden oud zijn, worden ze geslacht.
Het merendeel van het varkensvlees – 70-80 procent – wordt afgenomen door Brandt & Levie, die vooral in de Randstad grote faam genieten met hun worsten. Verder verkoopt Sander wat via webwinkels als Schotsehooglanders.nl en een beetje aan huis. Aanvankelijk kon iedereen op de bonnefooi langskomen, maar dat werd toch te lastig. Nu kan er op de boerderij in Etten op de eerste en derde zaterdag in de maand tussen 11:00 en 16:00 uur varkensvlees worden gekocht. Sander en zijn vriendin verkopen het vlees vanuit een vrolijke groene caravan op de deel.
Sander werkt ook nog steeds bij boerderij van zijn familie: het melken daar valt goed te combineren met het varkens houden, zeker in de winter als het ’s morgens lang donker is. Maar op den duur wil hij stoppen met buiten de deur werken. Het moet mogelijk zijn om met deze vorm van veehouderij een fatsoenlijk inkomen te verdienen, met minder varkens dan gebruikelijk bij varkenshouders. Door lagere kosten voor huisvesting, andere manier van voeren en hogere prijs voor het varkensvlees heb je uiteindelijk als varkensboer grotere marges. Ook speelt mee dat alles van het varken wordt verwaard: in de worsten, maar ook in patés en rilettes. Smakelijk exclusieve producten levert dat op, maar ook de karbonades hebben meer smaak dan van gangbaar vlees. ‘Ons vlees is duurder dan het gangbare vlees. Je werkt dus voor een niche markt, maar er zijn steeds meer mensen die zo willen eten.’
Het vlees van Sander is scharrel gecertificeerd. Niet dat voor biologisch: ‘Dat keurmerk kost een boel geld en brengt beperkingen met zich mee die niet in het bedrijf passen.’ In sommige opzichten gaat hij verder van bio: Sanders varkens hebben meer buitenruimte dan voor biologische varkens verplicht is. Net als bij bio krijgen de varkens preventief geen antibiotica toegediend. Wel worden de mannetjesbiggen gecastreerd door Sanders vriendin die dierenarts is. ‘Omdat we niet groot zijn, kunnen we het ons niet veroorloven een vleesvarken op het laatst te verliezen vanwege de berengeur aan het vlees.’
Buiten in de wei vreten de varkens op drie hectare van alles: gras, kruiden, mosterdplanten. De varkens rouleren naar de overige drie hectaren van Sander. Daarnaast worden ze bijgevoerd met ingekuild gras, voederbieten, tarwe, gerst, maïs, raap- en zonnebloemschroot, bietenpulp, melasse. Al het veevoer komt uit Europa en bevat geen gentechsoja.
Eén keer per jaar wordt er ‘open wei’ gehouden op Sanders Hof. Dan komen de jongens van Brandt & Levie met de barbecue en valt er volop te genieten van de boerderij en het vlees.