Mila Beumer, Radboud Universiteit Nijmegen, studeerde af bij Smaakacademie Achterhoek. Hieronder leest u de belangrijkste resultaten.
Dit onderzoek op vijf scholen in de Achterhoek gaat over de voedselconsumptie van jongeren in hun schoolomgeving. Wat is het kennisniveau over gezonde én duurzamere voeding bij hen, docenten en medewerkers van kantines? In dit onderzoek is gezondheid én duurzaamheid integraal opgepakt, een combinatie waar nog niet veel onderzoek naar bestaat en vaak gescheiden behandeld wordt. De conclusie is dat er nogal wat kennis ontbreekt bij leerlingen, docenten en het kantinepersoneel over gezonde en duurzame voeding. Samen met de (verwachte) hogere prijzen van deze voedingsmiddelen vormt de beperkte kennis een belangrijke belemmering voor andere keuzes. Een belangrijk advies aan schoolbesturen is om in actie te komen en niet te wachten op landelijke richtlijnen.
Overgewicht is een groot maatschappelijk probleem in Nederland en relatief groter in de Achterhoek. Voedselkeuzes spelen hierbij een rol. Tegelijkertijd veroorzaken voedselkeuzes forse problemen voor het milieu, klimaat, natuur en biodiversiteit en dierenwelzijn. We zien allen dat het huidige (westerse) voedselsysteem niet vol houdbaar is. Een wijziging in voedselkeuzes en gedrag is noodzakelijk en met dit onderzoek verkent Radboud Universiteit Nijmegen en Smaakacademie Achterhoek de stand van zaken in het beroepsonderwijs. De resultaten van dit onderzoek dragen bij aan het concretiseren van acties op en rond scholen om te komen tot betere voedselkeuzes.
Het onderzoek geeft een uitgebreid overzicht van kennis in de literatuur en geeft de visie weer van enkele experts die zijn geraadpleegd. Het onderzoek is uitgevoerd op vijf praktijkscholen door het interviewen van leerlingen, docenten en kantinemedewerkers in de Achterhoek. Drie onderwerpen zijn daarbij besproken, allemaal in relatie tot gezonde en duurzame voeding op school:
- Het voedselkeuzegedrag van leerlingen
- Het huidige beleid en de huidige praktijk in schoolkantines
- Het huidige beleid en de huidige praktijk in de lessen
Weinig kennis
Geconcludeerd wordt dat de belangrijkste belemmeringen voor gezonde en duurzamere keuzes zijn het gebrek aan kennis bij leerlingen, docenten en het kantinepersoneel en de verwachte hogere prijzen van deze voedingsmiddelen. Met name kennis over duurzaamheid ontbreekt. Over het algemeen ervaren leerlingen weinig urgentie of belang om voedselkeuzes te veranderen en de alternatieven worden gezien als duurder en minder smakelijk.
Sommige scholen hebben hun kantinebeleid gebaseerd op landelijke aanbevelingen voor het concept ‘Gezonde Schoolkantine’ van het Voedingscentrum. Hoewel de intentie van dit concept goed is, blijkt het weinig impact te hebben en zowel studenten en medewerkers twijfelen over de gezondheid van bepaalde aanbevolen producten. Verder wordt er vrijwel geen aandacht besteed aan duurzamere herkomst van het voedsel in schoolkantines of in het concept Gezonde Schoolkantine.
Wat betreft de huidige lessen is voorlichting over gezonde voeding meestal beperkt tot het overheidsbeleid. Op middelbare scholen is dit voornamelijk de ‘Schijf van Vijf’ van het Voedingscentrum. Ten slotte wordt alleen in enkele specifieke studierichtingen enige voorlichting gegeven over duurzame voeding.
Benut bestaande lessen
Belangrijk is om het onderwerp van gezonde en duurzame voeding te integreren in bestaande onderwijsprogramma’s, zowel in theorie- als praktijklessen. Zodat de leerlingen herhaaldelijk en vanuit verschillende gezichtspunten ermee in aanraking komen. Meer kennis kan hun voedselkeuzegedrag positief beïnvloeden en kan ook bredere impact hebben op gezinsleden thuis.
Assortiment in kantine en subsidiering
Verder is een advies aan scholen om het huidige assortiment in kantines te heroverwegen en te investeren in gezonde én duurzame voeding. Beschouw deze beide aspecten niet apart. Betrek leerlingen hierbij in plaats van alles enkel van bovenaf op te leggen en neem de tijd, een langjarige aanpak. Concrete aanpassingen zijn daarnaast het aanbieden van drinkwaterpunten en het verwijderen van automaten met softdrinks en snoep.
Ongezonde en niet duurzame producten worden buiten school ook aangeboden, zoals in supermarkten en snackbars in de buurt en zijn goedkoper melden leerlingen. Het aanbieden van gezonde en duurzame voeding tegen een betaalbare prijs maakt het voor leerlingen gemakkelijker om deze producten op school te kiezen. Dit vergt meer budget en mogelijk het subsidiëren van bepaalde producten, maar is ook een investering voor de toekomst met een gezondere vitale bevolking en minder gezondheids- en milieukosten.
Steun vanuit bestuur van onderwijsinstellingen
Zonder expliciete steun van bovenaf krijgen verandering op scholen weinig kans; het vergt een meerjarige aanpak, samen met leerlingen, docenten en kantinemedewerkers en een plan met taken en acties. Daarbij kan geleerd worden van allerlei bestaande en opkomende landelijke en internationale initiatieven. Een voorbeeld hiervan is de aanpak van Eco-Schools.
Het belangrijkste advies is wacht niet totdat er landelijke richtlijnen komen, want dit zal nogal wat tijd vergen. Landelijk is ‘duurzaamheid’ nog slechts een keuzedeel in het vakonderwijs. Docenten doen hun best om hier zelf invulling aan te geven, maar hebben ondersteuning nodig. En belangrijk om meteen gezond én duurzaam te combineren. Ondersteun docenten en medewerkers van kantines met het vergaren van kennis over gezonde én duurzame voeding en benut zoveel mogelijk bestaande lessen, iets dat opgepakt wordt in Smaakacademie Achterhoek in nauwe samenwerking met de Achterhoek Food coördinatoren.
De resultaten van Mila’s onderzoek zijn hier in te zien.