Ondernemer Herman Kemper marktleider in smaakvolle kip

‘De boer heeft meer schik en de kippen ook’

Herman Kemper uit buurtschap IJzevoorde bij Doetinchem is marktleider biologische kippen in Nederland. Samen met kleinschalige boeren zette hij begin jaren negentig de ‘ouderwetse kip’ weer op de kaart zodat er weer genoten kan worden van kippenvlees met smaak. Toen versleten de meeste collega’s hem voor gek, nu moeten ze toegeven dat het hem is gelukt en is hij een voorbeeld voor anderen die kwaliteitsvlees met smaak op de markt willen brengen.

Kemper brengt momenteel twee diervriendelijke kipconcepten op de markt met stevig vlees en méér smaak.

Herman voert de regie over de hele keten: van de aankoop van kuikens, opfok, samenstelling en levering van voer, transport, slacht en verwerking tot en met consumentverpakking. Het vlees is niet anoniem en biedt duidelijke garanties. De markt blijft alsmaar groeien en om aan de vraag te kunnen voldoen, gaat Kemper een volgende revolutionaire stap zetten: een landschapspark in de Achterhoek, waar zowel het publiek en de kippen vrolijk kunnen rondscharrelen. Educatief, innovatief en smakelijk.

‘De smaak van mijn kippenvlees is stevig. Dat is logisch want mijn biologische kip groeit in tien weken, in plaats van een reguliere kip in vijf weken. Mijn kippen  zijn van een ander ras en groeien traag. Reguliere kippen zijn gemaakt om snel veel voer op te nemen, groeien snel en dat merk je in smaak: dat vlees bevat meer vocht, het krimpt in de pan. Ons vlees krimpt niet.’

Kemper levert twee typen kippen. De maïs-scharrelkip, die voldoet aan de eisen van het Beter Leven keurmerk van de Dierenbescherming met twee sterren. En de Kemper Landhoen, de biologische kip, die behalve het officiële biologische keurmerk ook in aanmerking komt voor de meeste sterren van het Beter Leven keurmerk, namelijk drie.

De directe aanleiding voor Kemper om  27 jaar geleden met buitenkippen te beginnen is dat zijn veevoerbedrijf vanwege de kleine omvang geen toekomstperspectief meer had. ‘Maar de motivatie  is in de loop van de tijd wel veranderd. Ik zie dat de boer meer schik heeft en ik zie dat de kippen meer schik hebben. Ik bun d’r van gaon hollen.’

‘Dat kan ik wel’

Herman Kempers opa begon in 1923 een veevoederbedrijf, dat zijn vader voortzette en Kemper in 1989 overnam.  ‘Ik hoorde tot de drie kleinste veevoerbedrijven van Nederland. Je kreeg toen de superheffing (op de melk) en mestwetgeving: die werkten productiebeperkend, dus ook voor veevoer. De kleine veevoederbedrijven vielen af, de grote werden groter tot alleen de hele grote overbleven. Voor mij als kleintje was het moeilijk.  Toen was er een grossier die mij vroeg: ‘Kun je mij kippen leveren, die buiten lopen? Ik denk het wel’, zei ik. Ik ging naar een boer, leverde hem de eendagskuikens en het voer er bij. Dat begon te lopen en ik heb me steeds meer verdiept in het houden van kippen, zoals met welk ras en voer het smakelijkste vlees leveren. Met vallen en opstaan heb ik het kippen fokken zo geleerd. Nooit met kippen die binnen zaten: dat doen de grote jongens wel, daar kun je niet tegenop concurreren.’

Tegen mij zeiden ze ook wel: ‘Dat wordt toch niks met die buitenkippen’.  Het is eigenlijk ook niks als je het vergelijkt met de reguliere kippenindustrie. Ik ben marktleider in biologische kippen in Nederland, maar op het totaal stelt dat nog niet veel voor. Kippenslachter Esbro in Doetinchem  slacht in twee dagen waar ik het hele jaar over doe. Mijn markt is een echte nichemarkt, met twintig boeren in heel Nederland, de laatste jaren aangevuld met import van biologische kippen.’

Strakke keten, transparant met garanties

Kemper levert aan de twintig boeren ééndagskuikens, plus het door hem zelf samengestelde voer en werkt samen met één gespecialiseerde dierenarts. Door deze aanpak is het antibioticagebruik vrijwel nul.  Op een gegeven moment is Herman ook zelf gaan slachten en verwerken. In 1998 heeft hij een  kippenslachterij in Uden (Brabant) overgenomen en gemoderniseerd. Het transport van de kippen wordt door  Kemper zorgvuldig geregeld net als de slacht, waarna het vlees op maat voor de klant wordt verpakt. ‘Zo heb ik de hele keten in de hand. Met als voordeel: ik weet exact waar een kip is opgegroeid en wat er onderweg is gebeurd.’ Ook voor de buitenwereld is het transparant. Kemper krijgt onafhankelijke controle door biologische controleorganisatie Skal en van het Beter Leven keurmerk van de Dierenbescherming. De bijbehorende keurmerken garanderen dat biologische en diervriendelijke productiemethoden worden gebruikt. Daarnaast heeft elke boer binnen de KemperKip-keten een uniek nummer, gekoppeld aan elk product. ‘De consument kan die code op de website van Kemperkip checken om  te zien ze waar de kip vandaan komt. Dit is transparantie.’

Groei!

Herman Kempers kippen groeien weliswaar niet hard, de afzet van biologische kip daarentegen wel. De grootste afzet van Kemper zit in de Randstad: daar wordt het meest verkocht. ‘Een speciaalwinkel als Marqt verkoopt van mijn beide kippen een breed assortiment.’ Hij heeft gemerkt dat de biologische markt anders is dan de reguliere markt voor kippenvlees. ‘In de reguliere markt wordt van restvlees kipcorn geperst. Maar mensen die biologisch eten, krijg  je niet aan de kipcorn. Dat wordt niet verkocht, het is een ander type consument. Net zoals dat biologische consumenten niet barbecueën.’

Kemper belevert ook de biologische kip voor ketens als Jumbo, Sligro, Hanos, Groene Weg, Udea en Ekoplaza. Die leggen de kip soms onder eigen merk in de winkel. Steeds meer mensen willen biologische vlees. Ook sommige horecabedrijven beginnen nu mijn kippen af te nemen en kip weer op de kaart te zetten als speciaalproduct. ‘We zitten in een groeimarkt. In de tijd van de economische crisis afgelopen jaren, dacht ik: nu zal er wel minder interesse komen, maar dat was niet zo: alleen maar groei. Ik heb van de crisis niks gemerkt.’

Om aan de vraag naar biologisch kippenvlees te kunnen voldoen, importeert Kemper steeds meer biologische kippen uit het buitenland. 60 tot 70 procent van de verkoop is import. De kip die als Kemper Landhoen in de winkel ligt, komt wel degelijk van de  Nederlandse boeren. Maar bijvoorbeeld de biologische kip die Kemper Kip belevert en onder biologisch huismerk bij de winkelketens ligt, komt uit het buitenland. ‘Eigenlijk importeer ik liever niet uit het buitenland en lever liever biologische kip uit Nederland. Maar het is moeilijk om er boeren bij te krijgen. De kippen hebben twee keer zoveel stalruimte nodig en leven twee keer zo lang: dus dan ligt de kostprijs vier keer zo hoog. Daar komt bij dat je 4 m2 uitloop per kip moet geven en er maximaal 4800 kippen in een stal mogen. Dat wil zeggen dat er ook twee hectare uitloop nodig is bij een stal. Dat heeft lang niet elke boer. In bijvoorbeeld Oostenrijk heb je dat nog veel meer, daar zijn nog veel meer kleine boeren.’

Mochten er nog veehouders zijn die het zien zitten om Kemper van biologische vleeskippen te voorzien, kunnen ze zich bij hem melden. Maar daarnaast heeft Kemper iets nieuws bedacht om de aanvoer van Nederlandse Kemper Landhoen kippen veilig te stellen voor de toekomst. Hij gaat kippen houden op een heus landgoed: dertien stallen verspreid over 30 hectare (60 voetbalvelden), toegankelijk voor het bezoekers: een kippenparadijs met smakelijke producten, ook voor een dagje uit.[link naar apart bericht over Kemperland]

Meer weten? Kijk hier op de website van Kemper Kip.

Kip kopen? Zie hier de verkooppunten.