Het castreren van stieren lijkt na jarenlange afwezigheid aan een voorzichtige comeback begonnen. Zowel voor (biologische) vleesveehouders, hobbyboeren, als eigenaren of beheerders van ‘nieuwe natuur’ heeft het houden van ossen een aantal voordelen. Zo zijn ossen prima groepsgewijs in weides of begrazingsgebieden te houden en is ossenvlees malser, vrouwelijker volgens sommige slagers, dan stierenvlees.
Stieren worden al duizenden jaren ge-ost. De belangrijkste drijfveer was het effect op het karakter van de stier. Door de stier te castreren verandert hij van opgewonden standje tot een gewillige goedzak. Meer nog dan het paard heeft het rund en dan met name de os de mens geholpen bij het ontginnen van de aarde. Nog maar een eeuw geleden bezat de Nederlandse Heidemij zes zesspannen ossen, die werden ingezet bij het in cultuur brengen van de heide. Ook nu nog wordt er volop gebruik gemaakt van trekossen, met name in ontwikkelingslanden. In ons land zien we de laatste tijd weer een bescheiden toename in het castreren van jonge stieren. Niet om er trekdieren van te maken, maar omwille van de vleesproductie. Extensieve vleesveehouders zien in de os een makkelijke grazer die weinig eisen aan z’n rantsoen stelt en een eerste klas stuk vlees levert. Voor beheerders van opengestelde natuurterreinen is de os een veilige grote grazer, die behalve de bezoekers, ook de kuddegenoten en de afrasteringen met rust laat.
Voor het ossen van stieren bestaan verschillende methoden die allen moeten worden uitgevoerd door een dierenarts. Lang niet alle dierenartsen zijn bedreven in het ossen, zoek daarom iemand met ervaring. Hoe jonger er ge-ost wordt, hoe minder belastend het voor het dier is. In de praktijk betekent dit dat er al ge-ost wordt vanaf drie weken oud.
Chirurgisch
De methode die wereldwijd het meest gebruikt wordt is de zogenaamde ‘onbedekte castratie’, ook wel de ‘chirurgische methode’ genoemd. Hierbij wordt een sneetje in de balzak gemaakt, waarna de testikel met de daaraan vastzittende zaadstreng met de vingers uit het lichaam wordt getrokken of gesneden. De zaadstreng wordt afgebonden met een ‘oplosbaar draadje’ en de testikel wordt verwijderd. De tweede testikel krijgt vervolgens dezelfde behandeling. De balzak wordt niet gehecht. Dat scheelt niet alleen arbeid, eventueel vuil, bloed en wondvocht kan daardoor naar buiten. Het dier kan na de ingreep direct weer terug de koppel in. Tony Oranje, dierenarts in Zelhem, werkt volgens deze methode. Hij werkte lange tijd in Groot Brittannië. Daar heeft hij duizenden stieren van hun testikels ontdaan, allemaal via onbedekte castratie en zonder verdoving. Tony Oranje: ‘Ik ben er dan ook van overtuigd dat deze methode de meest diervriendelijke is. Hier in Nederland en anno nu doen we het natuurlijk wel verdoofd, plaatselijk én algeheel, en met een langwerkend middel voor pijnbestrijding achteraf.’
Burdizzo
De tweede manier is de ‘Burdizzo-methode’. Daarbij wordt gebruikt gemaakt van een speciaal instrument, de zogenaamde tang van Burdizzo, die wel iets weg heeft van een flink formaat nijptang. Na de verdoving (lokaal én algeheel) wordt de tang op de balzak geplaatst, tussen de testikel en het lichaam in, zodat zowel de aders als de zaadstreng worden afgekneld. Nu wordt de tang gesloten, waarna deze drie minuten blijft zitten. Vervolgens wordt bij dezelfde testikel een tweede kneuzing aangebracht, iets versprongen ten opzichte van de eerste. Ook nu wordt drie minuten gewacht waarna de andere zijde van de balzak dezelfde behandeling ondergaat. De methode is tijdrovend: alleen al een wachttijd van zo’n twaalf minuten gedurende het afknellen. Gepensioneerd dierenarts Siebren Dooper in Lochem vindt de methode met de tang van Burdizzo desondanks een goede optie. Hij gebruikte het instrument gedurende zijn carrière regelmatig en ook nu, na zijn pensioen, castreert hij op verzoek nog wel eens een stiertje. Vaak neemt hij dan een jongere collega mee, om deze kennis te laten maken met de methode. ‘De meeste mensen kennen de Burdizzo niet, terwijl het een prima ding is. Je hoeft niet te snijden, de huid blijft in tact, er is geen open wond met de kans op een infectie. En als je goed verdooft voelt het dier er niets van. Als enig nadeel zou je kunnen zeggen dat de ingreep zich een enkele keer herstelt en de ‘os’ toch nog stier blijkt te zijn.’
Elastiekjes
De derde manier is het gebruik maken van een rubberen ring, de zogenaamde ‘elastiekjes-methode’. Daarbij wordt het gebied van de balzak plaatselijk verdoofd. Daarna wordt met een speciale tang een elastiekje opengetrokken en om de gehele balzak -inclusief testikels- geplaatst. Na het weer sluiten van de tang krimpt het elastiekje terug tot z’n oorspronkelijke omvang. De doorbloeding wordt gestopt en de gehele balzak droogt na verloop van tijd in en sterft af. De tang en elastiekjes komen uit de schapenhouderij.
Methodes vergeleken
Er is veel onderzoek in verschillende landen gedaan naar het welzijn van stieren tijdens en na castratie met behulp van verschillende methodes, maar het is niet eenduidig te zeggen wat het beste is. Wat duidelijk naar voren komt is dat hoe ouder de stier is op het moment van de ingreep, hoe meer stress deze ondervindt. Daarnaast is algehele verdoving van de stier en een langwerkende middel voor pijnbestrijding logisch, al is dit niet onderzocht en wordt soms ook nog castratie uitgevoerd zonder verdoving en/of pijnbestrijding.
Het onderzoek dat geraadpleegd is laat zien dat de rubber ring methode de meeste stress veroorzaakt voor het dier ongeacht de leeftijd. De ingreep van het plaatsen van de ring is echter gemakkelijk en vlug. De Burdizzo methode veroorzaakt weinig stress maar is een tijdrovende ingreep. Het ontbreken van een wond maakt het risico op infecties laag. Het komt echter wel eens voor dat de ingreep niet succesvol is. Chirurgische castratie is altijd succesvol met een snel helingsproces. De methode is minder pijnlijk dan de rubber ring methode, maar pijnlijker dan de Burdizzo methode.
Wanneer er gebruik gemaakt wordt van lokale verdoving tijdens de Burdizzo of rubber ring methode ondervinden de stieren minder acute tot geen pijn tijdens de ingreep. De ingrepen zijn echter niet pijnvrij, in de weken volgend op de ingreep laten de stieren chronische pijn zien, voornamelijk na castratie met de rubber ring. Het verwijderen van het afstervende weefsel en de ring na een week verlaagd de pijn van castratie met de rubber ring methode, maar vergt ook een extra handeling. Ook na een castratie waarin een rubber ring en de Burdizzo tang gecombineerd zijn vertonen de ossen minder gedragingen die wijzen op pijn.
Aangezien castratie niet op grote schaal wordt toegepast bij runderen in Nederland is het belangrijk om goed te overleggen met de dierenarts en te kiezen voor een methode waar ervaring mee is.
Literatuur
Stafford, K. J., Mellor, D. J., Todd, S. E., Bruce, R. A. en Ward, R. N., 2002. Effects of local anaesthesia or local anaesthesia plus a non-steroidal anti-inflmamatory on the acute cortisol response of calves to five different methods of castration. Research in Veterinary Science 73, pp. 61-70.
Becker et al., 2012. Acute and chronic pain in calves after different methods of rubber-ring castration. The Veterinary Journal 194, pp 380-385.
Robertson, I. S., Kent, J. E. en Molony, V., 1994. Effect of different methods of castration on behaviour and plasma cortisol in calves of three ages. Research in Veterinary Science 56, pp. 8-17.
Molony et al., 1995. Assessment of acute and chronic pain after different methods of castration of calves. Applied Animal Behaviour Science 46, pp. 33-48.
Bretschneider, G., 2005. Effects of age and method of castration on performance and stress response of beef male cattle: A review. Livestock Production Science 97, pp. 89-100.
Thüer et al., 2007. Effect of local anaesthesia on short – and long-term pain induced by two bloodless castration methods in calves. The Veterinary Journal 173, pp. 333-342.