De veehouderij draagt voor een groot deel, 14,5 procent, bij aan de door mensen veroorzaakte broeikasgasemissie en hiermee aan klimaatverandering. Rundvlees levert als product vanuit de veehouderij de grootste bijdrage. De productie van eieren, kippenvlees en varkensvlees veroorzaken minder uitstoot van broeikasgassen in vergelijking met de productie van melk en rundvlees. De reden is dat runderen herkauwers zijn en het extra schadelijke broeikasgas methaan produceren bij de vertering van voer. Meer weten? Lees dit bericht.
Melkkoeien leveren naast melk ook vlees. Dit vlees heeft de potentie om broeikasgasemissies gerelateerd aan rundvleesproductie en consumptie te verlagen. Een melkkoe wordt immers gehouden voor melk en vlees zodat de broeikasgasemissies kunnen worden verdeeld over melk en vlees.
Om te bepalen wat de economische gevolgen zijn van het afmesten van melkkoeien én het effect op de broeikasgasemissies is een onderzoek uitgevoerd door Kenniscentrum Nelles in samenwerking met Wageningen UR, uitgevoerd door stagiair Bernou van der Wiel.
De aannames waren dat vlees van de melkkoe van goede kwaliteit kan zijn en dat het voor een concurrerende prijs geproduceerd kan worden. En verder dat de noodzaak om voedselproductie te verhogen, gezien de groeiende wereldbevolking, alleen maar hoger wordt en dat dit gepaard zal gaan met een veranderende manier van vleesconsumptie. Wat kan vlees van de melkkoe hierbinnen betekenen?
Uit het onderzoek blijkt dat de kwaliteit van vlees van de melkkoe wordt onderschat. Na een periode van afmesten en rijpen van het vlees kan de melkkoe prima vlees leveren. Dit vergt wel aandacht van de melkveehouder en samenwerking in ketenverband, met bijvoorbeeld slagers en horeca, om de kwaliteit en geschiktheid van de melkkoeien te optimaliseren. Het bleek dat de geschiktheid van melkkoeien nog laag is (17%) en dat dit verbeterd kan worden door rassenkeuze (meer dubbeldoelrassen) en verbeteren van de gezondheid van de melkkoeien zodat deze probleemloos starten bij het afmesten.
Wanneer alle kosten berekend worden, incl. de gemiste melkproductie, is een meerprijs van 1 euro per kg melk noodzakelijk, blijkt uit dit onderzoek. Deze meerprijs is door te berekenen in de afzetmarkt aangezien het vlees van afgemeste melkkoeien kan concurreren met de kwaliteit van het vlees van vleesrassen. Dit vergt wel een gerichte aanpak, ketensamenwerking en een marktconcept.
Om de broeikasgasemissies gerelateerd aan melk- en vleesproductie vast te stellen is een levenscyclus analyse methode toegepast. Hierbij is een verdeling gemaakt van de broeikasgasemissie naar melk en vlees. Dit is gedaan door naar de economische waarde van melk en vlees te kijken en deze verhouding aan te houden als verdeelsleutel voor het verdelen van de totale broeikasgasemissie van een melkkoe. Hieruit blijkt dat vlees van de melkkoe een bijna 50 % lagere broeikasgasemissie heeft bij de productie van een kilogram vlees in vergelijking met vleesrunderen (12,3 kg CO₂-eq vs 23,4 kg CO₂-eq). Tevens blijkt dat het afmesten van melkkoeien de broeikasgasemissie maar iets verhoogd en dat het voordeel ten opzichte van vlees van vleesrunderen gehandhaafd blijft.
In de praktijk blijkt er nog ruimte te zijn voor optimalisering van het systeem van afmesten van melkkoeien. Enkele melkveehouders zijn bezocht en deze hebben hun ervaringen gedeeld. Zo blijkt dat het gebruik van dubbeldoelrassen voordelig kan zijn. Zowel qua winstgevendheid van het afmesten alsook om een lagere broeikasgasemissie per kilogram vlees te bereiken.
Conclusies
Minder vlees eten staat herhaaldelijk op de agenda, gezien de grote bijdrage van vleesproductie aan het broeikaseffect. Het reduceren van de consumptie van rundvlees afkomstig van vleesvee levert van alle dierlijke producten de grootste bijdrage.
Melk- en vleesproductie geeft minder uitstoot van broeikasgassen wanneer vlees van melkkoeien een deel van de vleesproductie van vleesrassen vervangt. Dus bij een gelijkblijvende productie van melk en vlees, kan de vleesproductie beter gecombineerd worden met melkproductie om de broeikasgasemissie van het produceren van zuivel en rundvlees te beperken.
Bij een groeiende wereldbevolking en vraag naar meer vlees, kan de rundvleesbehoefte dan ook beter ingevuld worden met vlees van de melkkoe bezien vanuit het klimaatvraagstuk. In gebieden waar runderen gehouden kunnen worden is het produceren van melk én vlees aan te bevelen in plaats van het houden van enkel vleesvee.
Geconcludeerd kan worden dat de benodigde meerprijs na afmesten van melkkoeien verhaald kan worden op de consument. Hiermee staat een dubbeldoel aanpak – gericht produceren van melk én vlees – weer in de belangstelling.
Het bedrijfssysteem voor de productie van melk en vlees kan nog beter geoptimaliseerd worden. O.a. bleek dat de z.g. dubbeldoelrassen beter scoren op vleeskwaliteit en minder broeikasgassen uitstoten per geproduceerd product. Gericht afmesten en kennisuitwisseling over hoe dit het best kan worden uitgevoerd vergt nog volop aandacht en is samenwerken in ketenverband is noodzakelijk.
Voor de Achterhoek betekent dit dat rundvlees van melkkoeien vermarkt kan worden als milieuvriendelijker en smakelijk vlees, met een streekeigen verhaal wanneer streekeigen dubbeldoelkoeien gebruikt worden zoals het ras MRIJ.
Het complete onderzoeksrapport over het afmesten van melkkoeien en de bedrijfseconomische gevolgen en effect op de broeikasgasemissies van melk- en vleesproductie is hier te lezen.