Tot 2001 had Jan Harmsen uit Hengelo een gangbaar varkenszeugenbedrijf, maar stond voor een keuze. Het advies was om flink uit te breiden. ‘Maar dat zag ik helemaal niet zitten. Ik ging op zoek naar andere manieren. Ik kwam bij een collega met scharrelvarkens en toen ik die varkens zo door het stro en buiten zag lopen, was ik helemaal om en begon ik ook met scharrelvarkens’, vertelt Harmsen.
Maar Albert Heijn besloot dat het scharrelvlees in de schappen biologisch varkensvlees moest worden. ‘We hebben er ons in verdiept en omdat we al waren omgebouwd voor scharrel, hebben we de stap naar biologisch gemaakt.’ De afzet en de prijsvorming waren goed geregeld, wat de overstap vergemakkelijkte.
Sindsdien houdt het bedrijf zeugen – momenteel zo’n 325 – waarvan de biggen vervolgens naar vijf vleesvarkensbedrijven in de regio gaan. Die leveren de vleesvarkens aan De Groene Weg, de biologische slagerij van Vion. ‘Het is een gesloten keten: vraag en aanbod worden op elkaar afgestemd, in overleg met De Groene Weg.
‘Ik heb geen moment spijt gehad van de overstap’, vertelt Harmsen. ‘Er is meer rust in de schuur, wij zitten veel meer tussen de dieren, kom zelf ook meer buiten.’ Zomer en winter kunnen de varkens naar buiten, binnen lopen ze op stro. ’s Winters blijven ze, zeker als het winderig is, wel vaker binnen. ‘Dan is het werk wel zwaarder omdat de varkens het er wat smeriger maken. Dat geeft meer werk, maar zolang het fatsoenlijk betaald wordt, heb ik daar geen problemen mee.’
Sinds 2014 werkt ook zoon Wilco mee in de V.O.F. van het bedrijf. ‘We vroegen hem wat zijn toekomstplannen waren. En als je in het bedrijf stapt, is dat dan een blijvertje? Hij is er voor de honderd procent ingestapt en dat is nog steeds zo. Ik ben nu 64. Over anderhalf à twee jaar – als wij het rustig aan gaan doen – neemt hij het bedrijf over, is de planning.’
Volgens Harmsen heeft zijn bedrijf toekomst, mede dankzij de investeringen die zij gedaan hebben. ‘We hebben het vanaf het begin professioneel aangepakt. Je moet de boel goed voor mekaar hebben en met honderd procent aandacht bij zijn. Dat werpt zijn vruchten af.’
Wensen voor de toekomst zijn er nog wel. Harmsen heeft met collega’s geprobeerd om de verbouw van veevoer uit de regio op te pakken. ‘Het is toen nog niet van de grond gekomen. In de toekomst zal het daar toch een keer naar toe moeten. Maar daarvoor zijn dan anderen aan zet.’
De biggen van de familie Harmsen worden onder andere verkocht aan de biologische varkensbedrijven Braakman en Kruisselbrink. Die verkopen het biologische vlees ook aan huis.