Ook op zuivel, van pakken melk tot vruchtenyoghurt, van geitenkaas tot buffelmelk, valt tegenwoordig een groot aantal keurmerken en emblemen te vinden. Het is belangrijk daarbij onderscheid te maken tussen wettelijke keurmerken en bedrijfskeurmerken en -logo’s. Daarnaast heeft elk product een wettelijk verplicht EG-Herkenningsnummer.
EG-Herkenningsnummer
Wie goed kijkt ziet op elk verpakt levensmiddel van dierlijke oorsprong, zoals zuivel, een ovaal staan met daarin wat cijfers en letters. Dat is een EG-herkenningsnummer, een verplichting van de EU vanwege voedselveiligheid. De code geeft aan bij welk bedrijf het product is geproduceerd en dat de hygiëne daar voldoet aan de EU-regels.
De eerste twee letters van de code geven aan in welk land het product is gemaakt: NL voor Nederland, DE voor Duitsland, AT voor Oostenrijk, et cetera. Zie hier, voor een complete lijst. Maar de landcode betekent niet dat het hele product uit het betreffende land komt: het EG-erkenningsnummer geeft aan waar het eindproduct vervaardigd is, niet waar de grondstoffen vandaan komen. Het eigenlijke nummer, onder de landencode, geeft aan in welke fabriek het eindproduct gemaakt is. Onder het fabrieksnummer, staat EG of EEG of een afkorting in een andere taal, verwijzend naar de Europese Unie. Het symbool staat op de verpakking, maar soms ook op het product zelf, zoals bij kaas op de korst of bij vlees met inkt.
Voor een lijst van Nederlandse zuivelfabrieken, klik hier. Boerderij- en andere kleine zuivelbereiders, staan op een aparte lijst.
Nederland is een echt zuivelland en een belangrijke exporteur van melk en melkproducten. Toch komt niet alle in Nederland verkochte zuivel uit eigen land, zoals je misschien zou verwachten. Behalve de bekende buitenlandse kazen, kan ook drinkzuivel uit het buitenland komen. Zuivel wordt internationaal verwerkt en Nederland exporteert én importeert. Sommige melk komt bijvoorbeeld uit Duitsland: daar staan grote gespecialiseerde zuivelfabrieken voor houdbare melk die werken met een lage kostprijs. Daarom zijn deze producten ook in Nederlandse winkelschappen en in de horeca terug te vinden.
Keurmerken en logo’s op zuivelproducten
De keurmerkenwijzer van Milieucentraal vertelt wat keurmerken zeggen over milieu, dierenwelzijn, eerlijke handel en controle. Daar is ook te vinden welke keurmerken volgens Milieucentraal het meest ambitieus, transparant en betrouwbaar zijn, de zogenaamde ‘topkeurmerken.’
Hierna gaan we in op keurmerken met een wettelijke basis, keurmerken van private organisaties en bedrijfslogo’s.
Keurmerken met een wettelijke basis
Biologische Zuivel
Om voor een biologische keurmerk in aanmerking te komen, moet zuivel voldoen aan regels die vastliggen in EU-wetgeving voor biologische landbouw. Die wetgeving stelt strenge eisen op het gebied van milieu en dierenwelzijn. Kijk hier voor de verschillende maatregelen die nodig zijn op het gebied van huisvesting, mest, voer en dierenwelzijn.
Biologische zuivel is gemaakt van biologisch gehouden melkkoeien, -geiten, -schapen of -buffels, die naar buiten moeten kunnen als ze dat willen. Er mogen maximaal 2 melkkoeien per hectare grazen (voor geiten en schapen gelden specifieke richtlijnen).
Binnen hebben de koeien minimaal 6 vierkante meter per koe en 1,5 vierkante meter per kalf. De stal heeft natuurlijke ventilatie, 50 procent van de vloer is dicht en er zijn voldoende schone en droge ligruimtes met natuurlijk materiaal op de grond (bijvoorbeeld stro). De koeien krijgen biologisch voer en de boer gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Daarnaast moet 60 procent van het voer van het eigen bedrijf of uit de regio komen.
Ook de ingrediënten in samengestelde producten, denk aan vruchten in de yoghurt en kruiden in de kaas, moeten grotendeels van biologische herkomst zijn.
Het keurmerk voor biologisch geldt voor de hele EU en wordt gecontroleerd door de onafhankelijke, geaccrediteerde instantie Skal.
Boerenkaas
De benaming ‘boerenkaas’ is wettelijk beschermd: alleen kaas die van rauwe melk op de boerderij gemaakt wordt, mag ‘boerenkaas’ heten. Sinds 2007 heeft boerenkaas de status van Gegarandeerde Traditionele Specialiteit (GTS). Die wordt door de EU in Brussel verleend op basis van een vastgelegd productdossier, met duidelijk omschreven criteria.
Voor de productie van Boerenkaas wordt rauwe melk gebruikt die geen enkele behandeling heeft ondergaan. De bereiding van Boerenkaas is voor een groot deel handwerk. Per kaasboerderij worden de verschillen in diervoer, grondsoort, gras, receptuur en bereidingswijze geproefd. De smaak van Boerenkaas varieert ook per seizoen en wordt nog meer uitgesproken naarmate de rijping vordert.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit houdt toezicht op de juiste uitvoering van de wet, waaronder de criteria voor GTS.
Beschermde Geografische Aanduiding (BGA)
Behalve voor GTS, verleent de EU nog twee verschillende kwaliteitskeurmerken,
De Beschermde Geografische Aanduiding (BGA) en de Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB).
Een Beschermde Geografische Aanduiding (BGA) wordt verleend aan landbouwproducten en levensmiddelen die geproduceerd en/of verwerkt en/of bereid zijn in een bepaald geografisch gebied. Nederlandse zuivelproducten met een BGA zijn Gouda Holland, Edam Holland en Hollandse geitenkaas. De kazen moeten in Nederland zijn geproduceerd en gerijpt. De benaming Gouda of Edam, zonder de toevoeging ‘Holland’ is niet beschermd als BGA. Deze kaas mag ook in andere landen geproduceerd worden. De meeste Edammer en Gouda Kaas wordt niet in Nederland gemaakt, maar in Polen en Duitsland.
Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB)
Producten met een BOB moeten geproduceerd, verwerkt en bereid worden binnen een bepaald gebied volgens een erkende en gecontroleerde werkwijze. Er zijn in totaal meer dan 1000 producten met een BOB, waaronder veel Italiaanse en Franse. Nederlandse producten met een BOB, zijn Noord-Hollandse Gouda, Noord-Hollandse Edammer, Boeren-Leidse kaas met sleutels, Kanterkaas, Kanternagelkaas en Kanterkomijnekaas.
Private keurmerken met onafhankelijke controle
Demeter
Het Demeter-keurmerk staat voor de biologisch-dynamische landbouw, die aanvullende eisen stelt boven op de wettelijke eisen voor de biologische productiewijze. Stichting Demeter is de houder van het keurmerk en de eisen voor onder andere zuivel, vind je hier.
Biologisch-dynamische koeien moeten tenminste 180 dagen per jaar in de wei lopen, horens mogen niet worden weggebrand of afgezaagd, het veevoer moet 100 procent Demeter of biologisch zijn en voor minstens 80 procent van eigen bedrijf komen.
Specifieke voor biologisch-dynamische zuivelproducten geldt dat ze niet mogen zijn gehomogeniseerd.
De richtlijnen voor biologisch-dynamische productie worden gecontroleerd door een onafhankelijke geaccrediteerde instantie.
Weidemelk
Het keurmerk Weidemelk staat op zuivel van koeien die in de wei mogen. Weidemelk-koeien lopen ten minste 120 dagen per jaar minstens 6 uur per dag in de wei. De melk van deze koeien wordt apart opgehaald en verwerkt tot dagverse zuivel – zoals (karne)melk, vla en yoghurt – en kaas.
Stichting Weidegang stelt geen milieueisen of andere dierenwelzijnsaspecten.
Het keurmerk wordt door een onafhankelijke, geaccrediteerde instelling gecontroleerd.
Bedrijfslogo’s en keurmerken met beperkte controle
Echte Boerderijzuivel
De meeste melk van de ongeveer 17.000 Nederlandse melkveehouders, gaat naar de fabriek en wordt daar gemengd en verwerkt. Een kleine 400 bedrijven verwerken de zuivel nog op het eigen bedrijf. Zij komen in aanmerking voor het keurmerk Echte Boerderijzuivel. Daarvoor moet de melk voor de zuivelbereiding voor tenminste één derde afkomstig zijn van de eigen melkveestapel. De eventueel bijgekochte melk moet in Nederland zijn geproduceerd en mag in totaal niet meer bedragen dan twee maal de productie van het eigen bedrijf.
De richtlijnen voor de het keurmerk worden gecontroleerd door de Bond van Boerderij-Zuivelbereiders (BBZ). De controle is daarmee niet onafhankelijk omdat de BBZ zelf ook het keurmerk toekent.
Nederlandse boerenkaas
De Gegarandeerde Traditionele Specialiteit (GTS)-status van kaas (zie hier boven) garandeert dat het om boerenkaas gaat, dus gemaakt op de boerderij, maar dat mag in de hele EU. Vandaar dat er ook nog twee keurmerken zijn, die benadrukken dat het om Néderlandse Boerenkaas gaat: het KB-keurmerk van de Stichting Kwaliteitszorg Boerenkaas en dat van de Bond van Boerderij-Zuivelbereiders (BBZ). Zowel KB-keurmerk als BBZ zijn particuliere keurmerken en worden gecontroleerd, maar niet door een onafhankelijke instantie.
Erkend Streekproduct
De Stichting Streekeigen Producten Nederland (SPN) kent het keurmerk toe aan producten die afkomstig zijn uit een duidelijk omschreven streek, zoals kaas uit het Groene Hart, Waddengoudkaas en –ijs, of geklaarde Ghee (weiboter) als Erkend Veluws Streekproduct. Producten met het keurmerk worden gemaakt met grondstoffen uit de streek, zijn daar ook verwerkt en worden bovendien op maatschappelijk verantwoorde wijze geproduceerd. SPN werkt nauw samen met een aantal regionale organisaties (licentiehouders) die meestal een eigen regionaal keurmerk (streekmerk) beheren zoals Waddengoud en Erkend Veluws Streekproduct.
De controle wordt door de verschillende streekkeurmerken op verschillende manieren ingevuld, en is niet jaarlijks.